Ontwijkt Emmen – met dat Noordelijke accent

In navolging van Maarten van Rossum, Yvonne Kroonenberg en generatiegenoot Peter Middendorp wordt het toch ernstig tijd mee te gaan doen aan Drenthe-bashing, Emmen-verguizing en Klazienaveen nestbevuiling.

Wanneer ik in tout Nederland ben, en iemand een opmerking over mijn licht Noordelijke accent maakt, wil ik -wanneer ik me niet zo goed voel- nog wel eens uitleggen dat dat komt omdat ik uit Drenthe kom (de minst ontwikkelde provincie van Nederland) en -wanneer ik me nog wat minder voel- dat ik ook nog uit Zuidoost Drenthe (het minst ontwikkelde deel van Drenthe) kom.

Nu ik het zo opschrijf valt het nogal mee, maar daar moet tout Klazienaveen en omstreken toch over vallen?

En toch kom ik met plezier in Zuidoost Drenthe, niet in de laatste plaats omdat mijn vader fervent Klazienavener is en Greetje in Emmer-Compascuum woont, alwaar de buitenkachel en de bbq vrolijk snorren. Het laatste jaar probeer ik, de heenreis naar Zuidoost Drenthe op de racefiets te maken. Vanuit het meer geciviliseerde deel van Drenthe (Peize) in rechte lijn ongeveer 70 km. Maar, dan komt je door Emmen en laat ik nu daar mijn middelbare schooltijd op de Gemeentelijke Scholen Gemeenschap hebben doorgebracht, horror en gedoe met stront op de stoep als eindexamengrap, boeren waren het, allemaal.

Een paar week geleden voerde de route nog via het Dwingelderveld, Wijster en Noordsleen dwars door Emmen. Maar sinds vorige week doe ik mee aan het ontwijken van Emmen en op weg naar Greetje in Emmer-Compascuum liep de route dit keer via Duitsland. Ruim 100 kilometers om na te denken over Drenthe in het nieuws en in het algemeen.

100 km door de leegte van Veendam en de stilte van Ommelanderwijk, Nieuwe Pekela en Alteveer naar het nog rustiger Onst- en Vlagtwedde naar Bourtange, een trekpleister van jewelste. Sportief over de kasseienstrook door de vesting waar seniore Duisters an die Seite moeten springen, maar ongelukken blijven uit gelukkig.

Wanneer je de vesting verlaat, staat het voorwiel al bijna op Duitse grond, het doel van de route van vorige week. Parallel aan de '31' door Neudersum, Neuhede en Hasselbrock naar Sustrum-Moor. In dat deel van Duitsland hebben ze een paar dingen waar we in Drenthe nog over discussiëren al behoorlijk aangepakt, denken wij nog na over waar het contingent aan windmolens moet worden geplaatst, fiets je daar door een woud van zoemende flitsende windmolens.

Die windmolens hadden ze nog niet toen ik zeventien was, net als het Natuurpark Bargerveen en het Koning Willem-Alexanderkanaal, een ook geen ovonde in plaats van de Dordsebrug. Tjonge jonge wat hadden we een hoop niet toen ik zeventien was.

Maar gelukkig hebben we ook iedere week Daniël Laarhuus, die komt dan wel van Erica en dat is geen Klazienaveen, maar ik zoek zijn column zaterdags snel op in de krant. Soms om te kijken of zijn neef nog gekke dingen heeft gezegd, maar meestal om te genieten van zijn licht Noordelijke accent.

Reageren is (hier) niet mogelijk.